Belangenconflict? De klacht tegen de advocaat/verweerder luidt als volgt: '1. Verweerder heeft gehandeld in strijd met gedragsregel 7, door op te treden als advocaat van de Raad van Toezicht van de Woningbouwvereniging X tegen het bestuur van deze, nadat hij eerder was opgetreden voor het bestuur van de Woningbouwvereniging X, in welke hoedanigheid hij onder meer aanwezig is geweest op de ALV (Algemene Leden Vergadering, red. NJD) van 18 december 2008. 2. Verweerder heeft zich ter zitting in kort geding van 19 februari 2010 onnodig grievend (“verbale knokploeg”) uitgelaten over klaagster, die bij die zitting wel aanwezig maar geen partij was. 3. Het lijkt erop dat verweerder werkt op basis van “no cure no pay”.' De raad komt tot de slotsom dat klaagster niet-ontvankelijk is in de klachtonderdelen 1 en 3 en dat klachtonderdeel 2 als ongegrond moet worden afgewezen. Over de uitlatingen van de advocaat zegt de raad in 5.3:
'Verweerder heeft erkend dat hij het bestuur van klaagster „de verbale knokploeg van de Woningbouwvereniging“ heeft genoemd, maar heeft benadrukt dat hij daarmee een beeld van de handelwijze van het bestuur van de Woningbouwvereniging in het conflict met de Raad van Toezicht heeft willen schetsen. De raad is van oordeel dat de bewoordingen waarin verweerder zich heeft uitgelaten weliswaar ongelukkig zijn gekozen, maar dat gezien de context waarin verweerder de uitlating heeft gedaan, hij zich nog niet onnodig grievend heeft uitgelaten. Dit onderdeel van de klacht is derhalve ongegrond.' YA2012 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B 249 - 2010 uitspraak (beslissing) van 29 augustus 2011 |