Onderzoeksplicht werkgever bij impulsief ontslag Via Whatsapp je ziekmelding doorgeven? Dat is niet de koninklijke weg, maar deze kantonrechter maakt er geen probleem van. Tenminste, als er maar twee vinkjes staan, want dan is het bericht afgeleverd. Of de ontvanger het heeft gelezen hoef je - voor zover dat überhaupt mogelijk is - niet aan te tonen. Vanaf begin 2012 is mevrouw A bij Flexjob B werkzaam als intercedente op basis van een arbeidsovereenkomst voor de bepaalde tijd van een jaar tegen een brutosalaris van € 1.774,50 per maand. Wat was er aan de hand? Op 17 april 2012 is [A] na onenigheid met [B] over de uitvoering van haar werkzaamheden en na vragen van [B] omtrent het nemen van actie op vacatures een half uur voor het einde van haar werkdag vertrokken. Daaraan voorafgaand heeft zij tegen [B] gezegd:
Nou, dat ga ik dus niet doen. Ik heb het namelijk al een tijdje gehad met deze baan en dit werk. Dit werk is niks voor mij. Ik wil dit ook niet meer en stop ermee. Ik heb er geen zin meer in. Ik heb het hier gezien en ga weg.
Op 19 april 2012 heeft [A] een brief van18 april 2012 van Flexjob ontvangen. In de brief is het volgende vermeld:
Hierbij bevestig ik het door u zelf genomen ontslag per 17 april 2012.
U heeft aangegeven per direct vanaf genoemde datum in het geheel niet meer werkzaam te willen zijn voor Flexjob. Uit het oordeel van het vonnis d.d. 11 juni 2012, gewezen door kantonrechter mr. R.Tj. Terpstra volgt deze waardering van dit geschil tussen uitzendbureau Flexjob (Benco BV) en haar intercedente (ook wel 'consultant' anno nu): '3.4. Hoewel partijen op punten verschillen in hun lezing, is niet in geschil dat [A] en [B] op 17 april 2012 van mening verschilden over bepaalde door [A] uit te voeren werkzaamheden. Verder is tussen partijen niet in geschil dat [A] zich vervolgens op die dag heeft uitgelaten in de zin als hiervoor omschreven onder rechtsoverweging 1.3.
3.5. Flexjob heeft gesteld dat zij de uitlatingen van [A] gevolgd door haar daadwerkelijk vertrek heeft mogen opvatten als uitdrukkelijke en ondubbelzinnige ontslagname. Te meer, nu [A] te kennen gaf dat haar besluit vast stond nadat [B] haar had gevraagd of ze dit nu wel zou doen.
3.6. [A] betwist uitdrukkelijk de intentie te hebben gehad ontslag te nemen. Zij heeft gesteld dat zij op het moment van haar uitlatingen geïrriteerd was en zich geprovoceerd en geïntimideerd voelde door de vragen die [B]haar telkens stelde, terwijl zij druk bezig was met werkzaamheden die in haar ogen meer prioriteit hadden. Uiteindelijk trok zij die situatie met [B]niet meer en heeft er voor de rest van (alleen) die dag – na overigens het voltooien van de werkzaamheden waar ze mee bezig was - de brui aan gegeven, aldus [A]. Dat [A] geen ontslag heeft genomen blijkt volgens haar ook uit het feit dat zij zich de daarop volgende dag per WhatsApp-bericht heeft ziek gemeld.
3.7. Al aangenomen dat [A] zich aldus heeft uitgelaten dat sprake was van een ontslagname, moeten de desbetreffende uitlatingen naar het oordeel van de kantonrechter worden beoordeeld tegen de achtergrond van voormelde jurisprudentie en de situatie zoals die zich op 17 april 2012 tussen partijen heeft afgespeeld.
3.8. Dat sprake was van een gespannen en geïrriteerde toestand, zoals uit de verklaringen van [A] volgt, is door Flexjob ter zitting bevestigd. Tegen die achtergrond had Flexjob naar het oordeel van de kantonrechter moeten onderzoeken of het handelen van [A] werkelijk overeenstemde met haar wil, of [A] zich realiseerde wat de consequenties van haar handelen waren en haar in ieder geval nog enige tijd in de gelegenheid moeten stellen om op haar uitingen terug te komen. Flexjob heeft in dit verband gesteld dat zij [A] heeft gevraagd of zij het wel zeker wist en dat [A] daarop te kennen heeft gegeven dat haar besluit vast stond. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Flexjob in het kader van de op haar rustende onderzoeksplicht, om zich er met de nodige zorgvuldigheid van te vergewissen dat [A] daadwerkelijk beëindiging van het dienstverband wenst, met deze enkele vraag ten tijde van de met spanning geladen situatie echter niet kunnen volstaan. Door verder niets te doen, heeft Flexjob haar onderzoeksplicht geschonden.
3.9. Bovendien heeft [A] gesteld dat zij zich op 18 april 2012 heeft ziek gemeld per WhatsApp-bericht. Aan de stelling dat Flexjob dit bericht niet heeft ontvangen gaat de kantonrechter als onvoldoende onderbouwd voorbij. Uit het ter zake door [A] als productie 2 bij dagvaarding overgelegde productie blijkt immers dat er naast het bericht twee vinkjes zijn geplaatst. Op grond hiervan kan zonder meer worden aangenomen dat het bericht succesvol is afgeleverd op het apparaat van [B]. In dit licht had Flexjob haar stelling dat het bericht niet door haar is ontvangen dan ook meer handen en voeten moeten geven. Nu zij dit heeft nagelaten, houdt de kantonrechter het er voor dat deze ziekmelding Flexjob heeft bereikt. Los van de vraag of deze wijze van communicatie de geëigende weg is voor een ziekmelding, had Flexjob hieruit kunnen en ook moeten afleiden dat [A] geen ontslag beoogde.
3.10. Gelet op voorgaande rechtsoverwegingen acht de kantonrechter de gerede kans aanwezig dat de bodemrechter zal oordelen dat er in dit geval geen sprake is geweest van een weloverwogen ontslagname en aldus van een rechtsgeldig einde van het dienstverband op 17 april 2012. Dit betekent dat de vordering tot doorbetaling van loon vanaf 18 april 2012 tot de dag dat het dienstverband rechtsgeldig zal eindigen zal worden toegewezen. Ook de (neven)vorderingen ter zake van de wettelijke verhoging en rente zijn toewijsbaar. De kantonrechter acht evenwel termen aanwezig om de wettelijke verhoging conform artikel 7:625 BW te beperken tot maximaal 10 %. (...) LJN: BY2140, Sector kanton Rechtbank Groningen, 543896 VV EXPL 12-21 |