Gemeente mag de forensenbelasting niet heffen van de campingexploitanten De gemeente Oisterwijk hanteert vanaf 2010 voor de heffing van forensenbelasting een nieuw concept. De gemeente heft de forensenbelasting van vakantiewoningen zonder WOZ-beschikking niet meer rechtstreeks van de eigenaren van zo’n vakantiewoning. Belastingplichtig zijn nu de exploitanten van recreatieterreinen. De gemeente en de exploitanten zijn dat samen overeengekomen. De exploitanten berekenen op hun beurt de forensenbelasting door aan de eigenaren van vakantiewoningen, zodat de eigenaren feitelijk nog steeds de forensenbelasting betalen.
De eigenaren zijn in deze nieuwe aanpak niet gekend. Belanghebbende is eigenaar van zo’n vakantiewoning en komt in bezwaar en beroep tegen de aanslag die de gemeente aan de exploitant heeft opgelegd. Volgens de gemeente kan belanghebbende zich ter zake van de forensenbelasting slechts wenden tot de exploitant en vervolgens tot de civiele rechter. De rechtbank beslist anders en verklaart het beroep dat belanghebbende bij de belastingrechter heeft ingesteld met betrekking tot aanslagen die aan de exploitant zijn opgelegd, ontvankelijk. Voorts oordeelt de rechtbank dat de wijze waarop de heffingsambtenaar in het onderhavige geval de woonforensenbelasting heeft geheven, in strijd is met artikel 223 Gemeentewet en met de systematiek van de AWR, en dat die strijdigheid niet wordt geheeld door artikel 64 AWR. Tekst essentie uit uitspraak ECLI:NL:RBZWB:2014:4553 Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum uitspraak 04-07-2014 Link: 2014:4553 |